Zwaluwen zijn hele snelle vliegers

Zwaluwen (wetenschappelijke naam Hirundinidae) komen wereldwijd voor behalve in de poolgebieden. Er zijn in totaal 88 soorten en het zijn maar kleine vogeltjes (circa 12 tot 23 centimeter groot). Deze trekvogels zijn hele snelle vliegers en eten alleen insecten. In de herfst en in de winter zijn er geen insecten en dan zoeken deze zangvogels warmere luchtstreken op om te kunnen overleven, al zijn er ook enkele soorten die het hele jaar in de tropen leven. Een zwaluw eet wel 50000 muggen, vliegen en andere insecten per week, dus milieuvriendelijkere insectenbestrijders bestaan er simpelweg niet.

In Nederland komen drie soorten zwaluwen voor, namelijk de boerenzwaluw, de huiszwaluw en de oeverzwaluw. Deze vogels zijn zeer snelle vliegers en tijdens hun vlucht jagen ze op allerlei insecten. Het zijn in de lucht zeer snelle wendbare vogels, maar dat moet ook wel als je tijdens de vlucht insecten wilt vangen.

Van oudsher zijn zwaluwen de aankondigers van de lente. Wie kent niet het spreekwoord "Een zwaluw maakt nog geen zomer". Dit is ook letterlijk van toepassing, want als je in de lente enkele vogels ziet vliegen dan wil dat nog niet zeggen dat de zomerperiode is aangebroken. Eind maart of begin april keren ze weer terug naar ons land. Als het weer wat warmer begint te worden dan vliegen er genoeg vliegen en muggen rond om te kunnen overleven. De temperatuurgrens om hier te kunnen overleven ligt rond de 17 graden Celsius. Eind augustus zullen de zwaluwen weer vertrekken richting Afrika. Hun biologische klok zegt dat het de komende tijd niet gunstig voor hen zal zijn om nog langer hier in het koude kikkerlandje te blijven. De betere oorden zullen voor hen de komende maanden liggen op het Afrikaanse continent.

Ondanks dat de aantallen achteruitgaan kun je ze nog veelvuldig zien in dorpen en stadsranden. Ze bouwen hun nest vaak aan de buitenkant van gebouwen, onder de dakgoot of andere uitstekende randen. Hun nesten worden gemaakt van klei en modder en de binnenkant van het nest wordt netjes glad afgewerkt met gras, veertjes en andere pluisjes.

Zwaluwen bouwen nesten in rivieroevers of zandafgravingen (zelf gegraven nestgangen), in bestaande boomholtes, rotswanden en gebouwen of ze maken kommetjes van modder die tegen gebouwen of klippen aan worden gezet. Hun broedsel bevat gewoonlijk 1 tot 8 eieren en sommige soorten zwaluwen kunnen wel 2 of 3 legsels per jaar hebben. Zwaluwen broeden vaak dicht bij elkaar. Verwijder bij voorkeur nooit hun (oude) nesten, want ze keren jaar na jaar terug naar hun oude nest. Meestal wordt het oude nest hersteld, maar soms bouwen de zwaluwen ook een geheel nieuw nest op dezelfde plek. Een nest van een boerenzwaluw (komvormig nest) kan wel 2000 kleine kluitjes modder bevatten. Om de zwaluwen te helpen dan kunt u eventueel ook een kunstnest ophangen en zorg altijd voor een vrije aan- en afvliegroute. De zwaluwen zullen u dankbaar zijn!