.png)
Windmolenparken hebben de toekomst, maar er zijn toch ook critici. Er zijn al veel windmolens en windmolenparken op land en op zee, van kleine exemplaren tot hele grote die toch een behoorlijke impact hebben op het landschap. En wat zijn exact de gevolgen voor de zeezoogdieren?
Uitkomst tweejarig onderzoek is overwegend positief
IMARES heeft in opdracht van NoordzeeWind (samenwerkingsverband tussen NUON en de Shell) een tweejarig onderzoek gedaan naar de ecologische korte termijneffecten van windmolens die in 2006 zijn geplaatst voor de kust bij Egmond aan Zee. Tijdens dit onderzoek zijn de situaties vergeleken met twee referentiegebieden ten noorden en ten zuiden van het windmolenpark. De uitkomst van dit onderzoek is dat allerlei bodemdieren zoals mosselen, kokerwormen en anemonen hier blijkbaar goed gedijen. De windmolens die hier in zee zijn geplaatst staan verankert op stalen monopiles. Deze stevige ondergrond zorgt voor een goede aanhechting van allerlei bodemdieren.
Rond de basis zijn ook stenen gestort om te voorkomen dat er zand wegspoelt. Deze stenen bieden plaats aan oesters en andere kreeftachtigen. Dankzij deze stenen is het hier ook goed toeven voor de vissen. Er is hier genoeg voedsel te vinden voor de vissen en bieden de vissen zelfs een betere beschutting dan een zandbodem op open zee. De vissen doen het hier sowieso erg goed want er mag niet gevist worden in de buurt van een windmolenpark. Daardoor is het een toevluchtsoord geworden voor vissoorten als wijting en kabeljauw en de aalscholvers zijn dan ook niet ver weg.
Geluidsoverlast valt blijkbaar mee voor de zeezoogdieren
Toen het onderzoek net begon dacht men dat de geluidsoverlast van het mechaniek in de molens de dieren zou verjagen. Maar in bepaalde gevallen blijkt het tegendeel juist waar te zijn, want zeehonden die zich in het begin niet meer lieten zien kwamen later allemaal weer terug. Ook werden er meer echolocatiegeluiden van bruinvissen waargenomen dan in de referentiegebieden.
Echte zeevogels mijden de windmolenparken
De basis van de windmolens wordt gebruikt door meeuwen, aalscholvers en sterns. Dit zijn uitstekende rustplaatsen en foerageergebieden voor deze vogels. Er zijn echter wel andere vogels die het windmolenpark mijden. Echte zeevogels zoals de zeekoeten, alken, roodkeelduikers en jan-van-genten worden in dit gebied niet meer waargenomen. De Vogelbescherming is van deze uitkomst op de hoogte en hoopt dat er eerste een gedegen onderzoek zal plaatsvinden voordat er weer nieuwe windmolens of windmolenparken worden gebouwd op de Noordzee.