In het najaar zien we dagelijks groepen trekvogels in de lucht voorbij vliegen die vaak duizenden kilometers afleggen naar hun overwinteringsplaats in het zuiden. Miljoenen trekvogels doen dit ieder jaar want anders gaan ze dood van de kou. Trekvogels zijn dan ook in staat om enorme prestaties te kunnen leveren.
Nederland, tussenstop of eindstation?
Veel van deze trekvogels die op weg zijn naar het zuiden verblijven ook tijdelijk in ons land. Dat is dan een tussenstop om even tot rust te kunnen komen. Daarna vervolgen ze weer hun reis naar het zuiden. Maar er zijn ook bepaalde trekvogels die Nederland wel degelijk als eindbestemming hebben uitgekozen. Zo overwinteren bv. iedere winter zo´n 800.000 kolganzen in ons land. Zo houden enorm van onze lekkere malse boeren graslanden.
Veel trekvogels uit Scandinavië vinden ons mildere klimaat wel prettig en blijven dan in Nederland om te overwinteren. Zo zijn er ook Scandinavische roodborstjes die bij ons overwinteren, terwijl de oer-Hollandse roodborstjes op hun beurt naar het warme Spanje vliegen. Eigenlijk is dit stuivertje wisselen. Maar ja, het is maar wat je gewent bent natuurlijk.
![](https://static.wixstatic.com/media/788ca5_02dbce56ded648f190831e67eabb385d~mv2.jpg/v1/fill/w_275,h_183,al_c,q_80,enc_auto/788ca5_02dbce56ded648f190831e67eabb385d~mv2.jpg)
Afstandsrecords
Van alle trekvogels legt de noordse stern de grootste afstand af. Gedurende de heen- en terugreis het hele jaar legt deze vogels maar liefst zo´n 35.000 kilometer af. Deze afstand wordt natuurlijk met tussenpozen jaarlijks gevlogen, maar neem dan de kanoet. Deze trekvogel kan non-stop afstanden afleggen van 4.500 kilometer.
Op krachten komen bij de Waddenzee
De Waddenzee is een uniek gebied, en daar zijn miljoenen trekvogels ondertussen ook achter gekomen want ze komen hier massaal weer op krachten door te eten. Het gewicht van een kanoet neemt gemiddeld dan toe van 130 naar zo´n 220 gram. Met 90 gram extra aan gewicht kan deze vogel non-stop weer 4.000 tot 5.000 kilometer afleggen. Als de kanoet met de wind mee vliegt kan hij wel 100 kilometer per uur behalen, en dan wel tot 48 uur lang. Op de onderstaande foto is de kanoet te zien in winterkleed.
Hoe kan een vogel vliegen?
De bovenkant van een vleugel is boller dan de onderkant. Hierdoor kan de lucht boven de vleugel sneller stromen dan eronder. Zo wordt een opwaartse kracht gecreëerd. De vogel is in feite telkens aan het spelen met de luchtdruk.
Vogels hebben 4 verschillende soorten veren, en elke soort veer heeft zijn eigen functie. Donsveren houden de vogel warm door te isoleren. Donsveren hebben ook een veel lossere structuur dan de andere 3 soorten veren. De dekveren geven de vogel ook warmte en zorgen voor een goede stroomlijning tijdens de vlucht. Onmisbaar voor een vogel om goed te kunnen vliegen zijn de staartpennen en de grote slagpennen. Met staartpennen kan de vogel sturen en remmen, en met de slagpennen wordt een opwaartse beweging en de stabiliteit mogelijk gemaakt
De vleugels van een vogel zijn tot vliegen in staat vanwege de borstspieren. De grote borstspier zorgt voor een neerwaartse vleugelslag. Dit is een vrij krachtige vleugelslag want de vleugel zet zich telkens af tegen de lucht. Vervolgens zorgt de kleine borstspier er dan weer voor dat de vleugels weer omhoog kunnen worden getrokken. Bij een goede landing is een staart onmisbaar. Tijdens een landing wordt de staart gespreid en naar beneden geklapt. Zo kan de vogel remmen en voet zetten aan land, ook al hebben ze dan poten.