Het sneeuwklokje is een bolgewas uit de narcisfamilie. Dit inheemse gewone sneeuwklokje laat zich aan het eind van de winter al zien, soms al in december, en heeft mooie witte klokvormige bloemen, alhoewel het officieel niet wit is maar kleurloos. Het sneeuwklokje is dan ook een van de vroegst bloeiende planten in de tuin. Enkele andere soorten sneeuwklokjes kunnen zelfs al in de herfst beginnen te bloeien. Het sneeuwklokje wordt van oudsher in onze streken gezien als de eerste boodschapper van de lente. Het zijn ijzersterke bloemetjes die wel zes weken in bloei kunnen staan en ze worden maximaal 25 centimeter hoog. En ieder jaar komen ze weer terug, met iedere keer weer meer bloemetjes. Bij voorkeur na de bloei de wat grotere pollen uitgraven, de bollen delen en dan meteen weer planten. Het zaad van sneeuwklokjes niet verwijderen en druk de vruchten als ze geel en rijp zijn bij voorkeur de grond in. Na twee tot drie jaar zullen de jonge plantjes voor het eerst in bloei staan.
Sneeuwklokjes staan het leukst in groepjes en je kunt ze leuk combineren met krokusjes, cyclamen, Helleborus, winterakonieten, maartse viooltjes en/of primula's. Plant er niet meer dan een stuk of 5 bij elkaar, want als u bijvoorbeeld tien plant, dan komen er altijd wel een paar niet op omdat ze te veel zijn ingedroogd. Laat sneeuwklokjes gerust verwilderen. Mieren kunnen ook hieraan bijdragen, want ze slepen veelal rijpe zaden naar andere plaatsen.
![](https://static.wixstatic.com/media/788ca5_9e5fd823dfd942e891f9b18512c9eb22~mv2.png/v1/fill/w_510,h_340,al_c,q_85,enc_auto/788ca5_9e5fd823dfd942e891f9b18512c9eb22~mv2.png)
Sneeuwklokjes zijn lentebloembollen en plant je dus logischerwijs in het najaar, bij voorkeur in september. Plant ze wel meteen na de aankoop, want deze bolletjes kunnen snel uitdrogen.
Sneeuwklokjes groeien het liefst in de lichte schaduw van een bladverliezende boom, haag of struik. Op deze plaats krijgen ze in de winter voldoende vocht en licht en dan staan ze in de zomer wat uit de zon en droger. Ze hebben geen last van vrieskou, integendeel, want hoe langer het koud blijft, des te langer ze in bloei staan. Bij sneeuwklokjes bloeien vaak eerst de bloemen en dan beginnen de bladeren te groeien. Dit verschijnsel is bij andere planten veelal andersom.
Sneeuwklokjes horen in het wild van origine niet in Nederland thuis, maar we zijn het als een inheemse plant gaan beschouwen, omdat hij tegenwoordig zoveel voorkomt in ons land. Delen van het sneeuwklokje zijn giftig, dus we kunnen deze bloeier giftig noemen. Als je giftige delen eet, dan loop je grote kans op misselijkheid en diarree. Een van deze giftige stoffen wordt gebruikt in een medicijn tegen de ziekte van Alzheimer. Naast het gewone sneeuwklokje worden nog drie soorten als tuinplant gekweekt en dat zijn het glanzend sneeuwklokje (Galanthus ikariae), groot sneeuwklokje (Galanthus elwesii) en Kaukasisch sneeuwklokje (Galanthus caucasicus).
Natuurlijk kunt u sneeuwklokjes ook in borders en perken planten, maar zorg dan wel voor een standplaats waar de bladeren in alle rust kunnen verwelken.
Deze zogenaamde stinsenplant is vooral in januari en in februari te bewonderen en leent zich ook goed als verwilderaar in uw tuin. U kunt natuurlijk ook een vleugje voorjaar naar huis brengen, want sneeuwklokjes in een potje staan ook prachtig in uw huiskamer! Wat voor weer het ook is, het sneeuwklokje geeft alvast een sprankje lentebloei.