.png)
Ringstaartmaki's worden ook wel katta's genoemd en ze leven in het zuiden van Madagaskar. Ze hebben een wat katachtig uiterlijk. Deze halfapen leven vaak in grote groepen, variërend van 5 tot wel zo'n 30 dieren. Iedere groep leeft binnen zijn eigen territorium en een grotere groep maki's heeft ook een groter territorium nodig dan een kleine groep. Iedere groep heeft evenveel mannetjes als vrouwtjes, maar er is altijd slechts een vrouwtje de baas. Deze lemuren brengen 30% van de dag door op de grond, maar de meeste tijd brengen ze door tussen de bomen en dan zie je ze klauteren, klimmen en springen. Helaas worden ze bedreigd door stroperij en ontbossing, net als veel andere dieren. De IUCN (International Union for Conservation of Nature) heeft de ringstaartmaki daarom geclassificeerd als "Bedreigd".
Ze zijn bruin/grijs van boven en lichter van onderen en hebben een prachtige zwart-wit geringde staart. Iedere ringstaartmaki heeft echter wel zijn eigen unieke streepjespatroon op zijn/haar staart. Deze prachtige staart kan wel ruim 60 centimeter lang zijn en heeft meerdere functies, namelijk voor het hebben van een goed evenwicht, het is een herkenningssymbool voor anderen als de staart omhoog wordt gehouden, is een stinkend wapen tijdens gevechten en is natuurlijk een lekkere warme deken. Deze prachtige halfapen hebben vanaf hun geboorte normaal gesproken 13 ringen op hun staart, maar er zijn zoals altijd uitzonderingen. Ze kunnen op zowel 2 als 4 poten lopen en ze kunnen wel sprongen maken 5 tot 6 meter ver.
Ringstaartmaki's liggen in de bossen van Madagaskar graag en veel in de zon, maar dat doen ze veelal 's ochtends want in de middag gaan ze op pad om te jagen. Hij neemt echter weer even zijn rust op het heetst van de dag als de zon het meest fel schijnt. Meestal eten deze maki's fruit, bladeren, bessen, schors van bomen en bloemen maar soms eten ze ook dierlijk voedsel.
De vrouwtjes zijn maar 18 tot 24 uren per jaar vruchtbaar en tijdens deze hele korte periode gaan ze met hun achterwerk naar de mannetjes staan en kijken over hun schouder achterom. De mannetjes laten hun staart zoveel mogelijk stinken door langs hun geurklieren te gaan op hun pols en de maki die het meest stinkt wint het duel in de strijd om de vrouwtjes.
Na een draagtijd van ongeveer 4,5 maand worden de jongen geboren. Meestal krijgen ze maar een jong, maar tweelingen en drielingen zijn ook mogelijk. De eerste 2 weken wordt het jong op hun buik gedragen en daarna verhuisd het naar de rug. De totale zoogtijd duurt ongeveer 10 weken, alvorens het tijd is om op eigen benen te gaan staan.