De leeuw is een roofdier en wordt ook wel koning van de jungle genoemd. Deze katachtige leeft vooral in de Afrikaanse savanne ten zuiden van de Sahara (natuurreservaten) en in Noordwest-India (Gir-woud) en dan vooral in open savannes, grasvlaktes, half woestijnen, beboste streken en struikgewas. Een leeuw is sterk gebouwd, heeft een grote kop en dikke poten, kortom een zeer fascinerend imposant roofdier. Van de katachtigen is alleen de tijger groter en de leeuw is de enige katachtige dat in langdurige familiegroepen leeft. Het mannetje zal de groep bewaken tegen rivalen. De kortharige vacht van een leeuw is beige-bruin van kleur en aan het eind van zijn staart hangt een kwast. Een volwassen leeuw weegt ongeveer 200 tot 250 kilo, wordt ruim 2 meter groot en ze kunnen wel 20 jaar oud worden. In gevangenschap (dierentuinen) worden ze vaak nog ouder.
![](https://static.wixstatic.com/media/788ca5_147e981467354e9baae8f3868a880653~mv2.jpg/v1/fill/w_510,h_340,al_c,q_80,enc_auto/788ca5_147e981467354e9baae8f3868a880653~mv2.jpg)
Er is een duidelijk onderscheid zichtbaar tussen mannetjes en vrouwtjes, want mannetjes hebben een imposante krans van zwartbruine manen rondom de kop en de nek. In de periode dat een leeuwin krols is zal ze met meerdere mannetjes paren, tot wel 20-40 keer per dag. In de poging om met een vrouwtje te mogen paren, kan het er ruig aan toe gaan tussen de mannetjes, want ze zijn rivalen in de strijd om wie DNA door kan geven aan zijn jongen. Maar als een mannetje de kans krijgt om een troep over te nemen, dan worden de jongen gedood. Meestal gaat het dan om een ouder mannetje die wordt verstoten. De vrouwtjes in deze groep zullen dan sneller weer krols raken, zodat er weer nieuwe nakomelingen kunnen worden verwekt.
Na een draagtijd van 105 tot 110 dagen zullen de welpen worden geboren. Een vrouwtje krijgt per keer twee tot zes welpjes en na een week of zes mogen ze al mee op jacht. Leeuwinnen werpen iedere twee jaar. Jongen hebben donkere vlekken en dan vooral bij de poten. Wanneer de jongen een jaar of twee zijn zullen ze hun moeder verlaten en gaan ze hun eigen weg en dan zal hun moeder weer drachtig worden. Meer dan de helft van de jongen overleeft echter de eerste paar weken al niet. Een jonge leeuw van circa een jaar is pas in staat vlees los te scheuren als ze een volwassen gebit krijgen. Tot die tijd zijn de volledig afhankelijk van hun moeder. Na een week of zes gaan ze al mee op jacht en ervaren dan de smaak van het vlees zelf en de kunst van het jagen. Vooral dat jagen is eerder speelsheid in het begin van het leven van een welp.
Iedere troep leeuwen heeft zijn eigen territorium dat wordt bewaakt door een dominant mannetje. Ze leven in groepen van zo'n 20 tot 30 dieren. Soms volstaat brullen om indringers te verjagen, maar soms komt het ook tot een echte confrontatie. Het zijn vleeseters (carnivoren) en ze eten wel 5 tot 7 kilo vlees per dag. Het mannetje eet vaak wat meer dan het vrouwtje. Ze rusten en slapen overdag en gaan als het donker is op jacht. Ze hebben een heel goed gezichtsvermogen, dus kunnen ze 's nachts ook goed prooien bespieden om uiteindelijk tot een aanval over te kunnen gaan, al mislukken die vaak.
Omdat er thans niet meer zoveel leeuwen zijn behoort de leeuw tot een beschermde diersoort. De afgelopen twintig jaar is de populatie met wel 50% geslonken. Helaas zijn er alleen nog maar leeuwen te bewonderen in zeer afgelegen en tot nu toe onontsloten gebieden. Geschat wordt dat er thans nog zo'n 39.000 leeuwen rondlopen. Vroeger liepen ze ook rond in Zuid-Europa maar door de intensieve jacht ging het snel bergafwaarts met deze prachtige indrukwekkende katachtige. Niet alleen de jacht speelt hierbij een rol, maar ook het verdwijnen van leefgebied en de afname van prooidieren speelt hierin een niet onbelangrijke rol.