.png)
Koolmeesjes zijn prachtige vogeltjes om te zien en ze komen voor in geheel Europa, Azië en Noord-Afrika. Deze geel, groen met zwarte acrobaat heeft een enorm aanpassingsvermogen om een geschikte nestplaats te kunnen vinden. Als je naar nesten zoekt van de koolmees kom je ze tegen op de meest ongebruikelijke plaatsen, van regenpijpen tot verkeerslichten en van ongebruikte machines tot brievenbussen. Ze broedden ook vaak in nestkasten, maar vrijwel alle natuurlijke holtes (zoals boomholtes) kunnen worden gebruikt om een nestje te maken.
De koolmees is de grootste mees die voorkomt in Nederland en kun je behalve aan zijn prachtige verenpracht herkennen aan zijn zeer gevarieerde zang. Als ze vliegen kun je ze ook herkennen aan de witte buitenste staartpennen, die duidelijk zichtbaar zijn tijdens de vlucht. Het is misschien wel het meest bekende zangvogeltje van ons land. Ze hebben een karakteristieke ritmische zang in veel variaties. Er zijn wel 40 verschillende varianten van de koolmeeszang. Door in zijn territorium telkens een ander deuntje te zingen denken andere koolmeesjes in de buurt dat het er overvol is en zoeken een andere plaats uit, maar hun buurman of buurvrouw haalt precies dezelfde truc uit.
Behalve in loofbossen zie je dit leuke vogeltje ook veel bij de mens in steden in dorpen, nog sterker, ze brengen zelfs hun jongen groot op slechts enkele meters afstand van de mens. In de winter vinden ze maar moeilijk voedsel en er kan dan grote sterfte optreden. Ze zijn er dan ook als de kippen bij als er in de winter worden bijgevoerd. Je kunt de mannetjes herkennen aan hun zwarte dikkere middenstreep (zwarte stropdas) op hun buik en borst, want bij de vrouwtjes is deze streep smaller.
De broedtijd van een koolmeesje is 13 tot 14 dagen en er worden 8 tot 10 jongen geboren. De jongen krijgen wel 40 tot 70 keren per dag een portie voedsel. Zo'n 18 tot 20 dagen na de geboorte is het voor de jongen tijd geworden, als ze het overleven, om uit te vliegen. Het zijn maar kleine lichte vogeltjes, want hun gewicht is ongeveer 10 gram met een bescheiden lengte van zo'n 14 centimeter. Ze eten gewoonlijk veelal insecten en rupsen, maar bij voedselschaarste, zoals in de winter, eten ze ook plantaardig voedsel zoals hazelnoten en andere zaden. Maar ze hebben er dus ook profijt van als ze in de winter worden bijgevoerd door de mens. Denk hierbij aan een vetbol of allerlei zaden op de voedertafel. Wilt u ook genieten van koolmezen in uw tuin? Misschien is het dan een goed idee om een mezenkast op te hangen in uw tuin! U kunt eventueel ook zelf eentje maken en vergeet dan niet om ook een aanvliegstokje te maken, want daar houden deze mezen van. En hang bij voorkeur de mezenkast op een hoogte van 2 tot 3 meter op.