De kauw is een kraaiachtige, maar ze moeten absoluut niet worden verward met kraaien of roeken. Op onderstaande afbeelding kun je de verschillen duidelijk zien. Een kauw is een stuk kleiner dan een kraai, namelijk tot zo'n 30 tot 40 centimeter in lengte. De kauw is gewoon wat minder fors gebouwd dan de kraai. Verder is een kraai helemaal zwart van kleur, terwijl een kauw donkergrijze veren heeft en een lichtgrijs achterhoofd, al zijn er her en der ook wel kauwen gespot die ook vrijwel zwart zijn van kleur. Verder kun je ze herkennen aan hun relatief kleine snavel en hun witte iris.
De kauw is een van de kleinste kraaiachtigen die je hier in Nederland kunt aantreffen en ze hebben een zeer kenmerkende roep die je het best kunt omschrijven als "kjack, kjack". Ze produceren echter nog veel geluiden, zoals "kauw, kauw" en "ka, ka". Ze hebben echter een behoorlijk repertoire, van vrolijk kwetteren tot zacht gebrabbel. Hier in Nederland vliegen momenteel zo'n 200.000 broedparen rond en dat aantal blijft al jaren min of meer stabiel.
![](https://static.wixstatic.com/media/788ca5_ee82acc5f29d474689efc35071b46622~mv2.png/v1/fill/w_510,h_340,al_c,q_85,enc_auto/788ca5_ee82acc5f29d474689efc35071b46622~mv2.png)
Kauwen kun je aantreffen in grote zwermen, waar ook andere kraaiachtigen tussen kunnen zitten, maar ze leven ook vaak in paren. Ook in een grotere groep hebben ze een paarband en ze blijven hun hele leven trouw. Je kunt ze vooral aantreffen op het noordelijk halfrond en dus ook in grote gedeeltes van Europa.
Ze leven vaak ook in de omgeving van de mens, waar ze zich tegoed doen aan ons afval, zoals etensresten. Ze passen zich makkelijk aan en doen zich tegoed aan allerlei soorten voedsel wat ze tegenkomen. Ook kunnen ze zeer vindingrijk zijn om aan voedsel te kunnen komen. Van nature eten ze vooral insecten, slakken, zaden, fruit, eieren en granen. Ook doen ze zich tegoed aan dode karkassen. Verder is het ook opmerkelijk dat ze het voedsel delen met elkaar, want dat is bij veel dieren niet de norm. Hoe dat komt is nog niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk komt het omdat ze dan in feite rust afkopen, omdat ze dus dan niet worden lastiggevallen door soortgenoten.
Kauwparen nestelen bij elkaar hoog in de bomen. In het voorjaar hebben ze een nest van 3 tot 8 eieren en na een broedeieren van 17 tot 19 dagen komen ze uit. Ze broeden vaak in nesten in elkaars nabijheid in losse kolonies. Hun nesten vind je vaak terug in holtes van bomen of in oude nesten van zwarte spechten. Soms hebben ze zelfs een nest in een konijnenholte. Maar ze nemen ook wel genoegen met nestkasten, onder dakpannen en gaten in schoorstenen en muren. Na 30 tot 35 dagen verlaten ze het nest. Ze worden dan nog ongeveer 4 weken gevoerd door hun ouders en dan is het tijd geworden om uit te vliegen.
Als u kauwen wilt bestuderen, dan kunt u deze vogels vaak spotten op de grasveld in een stadspark bij u in de regio. Kauwen laten zich namelijk steeds vaker zien in de stad. In de winter treft u ze vaker aan op het platteland, vaak in grote aantallen.