De gewone wesp is zwart-geel gekleurd en wordt 17 tot 20 millimeter groot. Ze bestaan uit drie delen, namelijk de kop, het borstlijfje en het achterlijfje. Verder hebben deze wespen geen botten, maar hebben wel veel spieren. Andere delen van dit bijzondere insect zijn de voelspriet, de krop, het hart, de maag en het buikmergzenuwstelsel. De gewone wesp moet echter niet worden verward met de Duitse wesp. Het grote verschil tussen beide is dat de gewone wesp niet drie zwarte stippen op z'n kop heeft. De gewone wesp komt veel voor op het Noordelijk halfrond, zoals hier in Europa en in Azië. Maar eigenlijk strekt de biotoop van de gewone wesp zich uit van de Noordkaap tot diep in het zuiden van Noord-Afrika.
In Nederland zijn de meest voorkomende wespensoorten de gewone wesp, de Duitse wesp en de hoornaar. Bijen en hommels zijn vanzelfsprekend geen wespensoorten. De gewone wesp is 15 millimeter lang, werksters zijn 10 tot 15 millimeter lang en de koningin is het grootst, namelijk ongeveer 20 millimeter lang. Darren komen uit onbevruchte eieren en zijn ongeveer 15 millimeter lang.
![](https://static.wixstatic.com/media/788ca5_b6399e3d553c4e47a8cf1cdbc8c955c3~mv2.jpg/v1/fill/w_184,h_274,al_c,q_80,enc_auto/788ca5_b6399e3d553c4e47a8cf1cdbc8c955c3~mv2.jpg)
De gewone wesp is ook een "limonade-wesp". Net als de Duitse wesp worden ze gezien als plaag insect als ze in de herfst op zoek zijn naar allerlei zoetigheden. Wespen worden door de mens dan gezien als plaaggeesten als we genieten van ons drankje op het terras. Een nest kan wel meer dan 5000 wespen grootbrengen binnen een jaar. Nog even een misvatting uit de wereld helpen. Het zijn dus wespen of een wesp en geen weps of wepsen, want dat zeggen ook veel mensen.
De gewone wesp bouwt zijn nest van papier. Dit soort papier maakt ze van kleine houtvezels, waar de koningin een soort van speeksel aan toevoegt. Als het nest eenmaal klaar is dan zal de nieuwe koningin na de winter een kolonie stichten. Ze zal enkele broedcellen bouwen en zal in elke cel een ei leggen en vervolgens wordt het afgedekt. Als de eieren uitkomen dan zal ze deze larven voeren met kleine stukjes van gevangen insecten. Na een aantal weken verpoppen de larven en dan komen de eerste werksters tevoorschijn. Deze steriele werksters zullen dan alle taken overnemen, behalve het leggen van eitjes.
Het nest zal langzaamaan steeds groter worden omdat een wespenkolonie groter wordt. In de zomermaanden worden speciale grote cellen gebouwd, waarin de larven komen te zitten die in de toekomst ook hun eigen kolonie zullen gaan vormen. En aan het eind van de zomer zullen onbevruchte eitjes worden gelegd. Ook sommige werksters zullen onbevruchte eitjes leggen. Deze onbevruchte eitjes zullen allemaal mannetjes worden die de jonge koninginnen moeten gaan bevruchten. Bevruchte jonge koninginnen zullen op termijn uitvliegen terwijl de rest van de kolonie sterft. Het oorspronkelijke nest zal wel opnieuw worden gebruikt.
De gewone wesp en de Duitse wesp maken hun nest vaak in de grond of op een andere beschutte plek, zoals op zolders of in spouwmuren. Iedere kolonie begint in het voorjaar met een individu en dat is een vruchtbaar vrouwtje, de koningin. Ze heeft in het najaar gepaard en komt na de winter uit haar winterschuilplaats tevoorschijn om een geschikte plek te zoeken voor haar nest. Meestal is dit in de maand mei, maar dat is wel mede afhankelijk van het weer.