.png)
De fuut is een watervogel en er zijn momenteel ongeveer 15000 broedparen in ons land. Er zijn 23 soorten futen zoals bijvoorbeeld de dikbekfuut en de geoorde fuut, maar in dit artikel gaat het over de gewone fuut. De grootste aantallen futen komen voor in Laag-Nederland. Ze zijn grijsbruin van kleur en de onderzijde is wit van kleur. Tussen hun oog en hun snavel zit een zwarte streep. Hun zomerkleed heeft een kraag van roodbruine veren en dan hebben ze zwarte opstaande veren op hun kop. Verder heeft een fuut als enige vogelsoort bijna helemaal geen staart en vliegt maar heel erg weinig. Hij vliegt alleen als hij in nood is of als hij moet ruien, maar dat geldt ook voor de meerkoet. En als het echt moet vliegen ze liever 's nachts.
Ze hebben een levenslange verbintenis met hun partner en ze zijn officieel "getrouwd" als het vrouwtje een visje krijgt van het mannetje en aanneemt. Hun baltsgedrag is erg mooi om naar te kijken. Beide vogels zwemmen dan met een gestrekte hals naar elkaar toe en rijzen met hun borst tegen elkaar op uit het water. Hierbij schudden ze hun kop en bieden elkaar plantenmateriaal aan. Daarna zullen ze samen een drijvend nest bouwen gemaakt van planten. Het nest is vaak behoorlijk goed verstopt.
De fuut heeft twee keer per jaar een nestje met maximaal 12 eieren, maar meestal zijn het 3 tot 4 eieren. Ze hebben een lang broedseizoen dat loopt van maart tot zelfs diep oktober en deze broedvogel zie je vooral in grote wateren, riviernatuur, moerasgebieden, duinmeren, maar ook in stadsgrachten en parken. Het gaat nu gelukkig weer beter met de fuut en de aantallen nemen weer toe. Dat komt omdat ze nu worden beschermd. In de jaren '30 en '40 van de vorige eeuw werden er eieren geraapt van deze watervogel. En vooral schippers verdienden er destijds een aardig zakcentje mee, maar dat is gelukkig nu voorbij. Ook is de waterkwaliteit er de laatste tijd op vooruitgegaan. De eieren van een fuut zijn maar klein en zijn qua grootte vergelijkbaar met een krielkip.
Ze eten voornamelijk kleine visjes zoals witvis en paling en ze worden duikend gevangen in niet al te dichte onderwatervegetatie. Naast vis eten ze ook wel insecten, kikkers, schaaldieren en weekdieren. Op zoek naar voedsel kunnen ze wel een halve minuut onder water blijven. Als het water helder is dan jagen ze soms ook aan de oppervlakte en dan kijkt de fuut met de kop onder water. Dit doen ze voornamelijk in de ochtend en op de namiddag.
Geloof het of niet, maar de fuut is de enige vogelsoort die zijn eigen veren opeet. Als hij zichzelf wast en poetst en een loszittende veer ontdekt, dan slokt hij deze veer op met wat water. De fuut zal wat kokhalzen totdat de veer is weggewerkt, want dit gaat natuurlijk minder makkelijk dan het opslokken van een visje. Het zijn meestal borst- en buikveren die ze eten. Het schijnt te maken te hebben met visgraten in hun buik, want graten zijn scherp en kunnen overal doorheen prikken, zelfs door organen. Op den duur zullen de veren en de visgraten een bal gaan vormen die weer uitgebraakt zal worden door de fuut. Zo poetst de fuut niet zijn tanden, maar zijn maag. Schrik niet als een volwassen fuut zijn jongen ook weleens een veer voert, want jong geleerd is oud gedaan!