De vaste lupine (Lupinus polyphyllus)

De vaste lupine komt in het wild alleen in Noordwest-Europa voor. In de 19e eeuw is deze soort vanuit Noord-Amerika ingevoerd en vond zijn weg door Europa toen de lupine in 1826 in Engeland werd ingevoerd. Dit geslacht telt wereldwijd in totaal wel zo'n 200 soorten en ze horen thuis in de vlinderbloemfamilie. Meestal zijn ze paars, roze of wit gekleurd, maar de kleur geel komt ook regelmatig voor. Deze vaste plant bloeit in de periode van juni tot en met augustus. De bloemen kunnen roze, rood, wit, geel, blauw of paars zijn en hebben een aarachtige tros en het blad is handvormig. Ze zijn tegenwoordig zelfs tweekleurig verkrijgbaar. Deze mooie bloemen komen verhoudingsgewijs het meest voor in het oosten van Nederland. Ze werden vroeger veel als groenbemester gebruikt. Tegenwoordig is de vaste lupine een veel voorkomende plant in stadsbermen en in tuinen en wilde bijen weten ze ook wel te vinden.

Lupines zijn een sieraad voor iedere tuin, want ze hebben prachtige kleuren en een mooie krachtige vorm. Laat de trossen alleen geen zaad vormen, want als je deze bijtijds terug knipt dan zal de plant het langst door kunnen groeien. Deze planten zijn namelijk veel sneller uitgebloeid als er zaad wordt gevormd, want dan stoppen ze met het aanleggen van nieuwe bloemknoppen. Het lijkt zonde, maar knip dus daarom zo vroeg mogelijk de opkomende bloemtoortsen weg, want op deze manier kun je zo lang mogelijk van de bloeiende lupines genieten. Dus als je van je tuin wilt genieten kies dan voor lupines, want dan krijg je kleur in je tuin. Wat voor soort lupine je ook koopt, het sierlijke handvormig blad hebben ze allen gemeen. Bovendien behoren lupinen tot de bodem verbeterende planten omdat ze met behulp van bacteriën stikstof uit de lucht halen en dit wordt opgeslagen in kleine knolletjes die op de wortels zitten. Deze planten hebben zelf geen stikstof nodig. Naast een mooi plekje in de border met vaste planten passen ze ook uitstekend in een landelijke tuin. Ook zijn het lang houdbare snijbloemen.

Lupines kunnen tot wel meer dan 50 centimeter hoog worden en zijn matig winterhard (als het een vaste plant is). Ze houden van de volle zon of van halfschaduw en van zeer goed doorlatende grond, dus houd daar rekening mee als u lupines plant in uw tuin of border. Vanaf begin april tot begin augustus kunt u zaaien en plant ze dan in ondiepe gaatjes van 2 tot 3 centimeter. U kunt de zaadjes ook een nacht van tevoren in het water zetten, want dan gaat het ontkiemingsproces sneller. Het kieming gebeurt bij een dagtemperatuur vanaf zo'n 20 graden Celsius. U kunt ook later in het jaar zaaien, maar dan komen ze pas het volgende jaar op. Lupines zijn vaste planten, eenjarigen of in struikvorm en zijn niet het hele jaar leverbaar. Lupines zijn erg gewild als groenbemester. Dat komt omdat ze erg diep wortelen in de grond en daardoor wordt de ondergrond makkelijker toegankelijk voor volggewassen. Behalve als groenbemester worden lupines ook gebruikt als veevoer. Een goede tip is om de pollen om de drie jaar te delen en weer opnieuw te planten. Pas wel op met kleine kinderen, want het zaad van lupines bevat alkaloïden en moet ten allen tijde buiten het bereik van kinderen worden gehouden.