Spinkrabben zijn makkelijk te onderscheiden van de Noordzeekrab door de vele stekels op het pantser en ze hebben lange slanke poten. Er zijn twee soorten spinkrabben, namelijk de Middellandse-Zee spinkrab die voorkomt in de Middellandse Zee en de Atlantische spinkrab die in de Atlantische Oceaan leeft. Het is een heel spectaculair gezicht om spinkrabben te zien die samenscholen op een grote hoop. Binnenin zo'n grote hoop bevinden zich de jonge mannetjes en de vrouwtjes. Voor de verdediging zitten de wat grotere mannetjes veelal aan de buitenkant. Het zijn de grootste krabben ter wereld en ze kunnen wel een spanwijdte hebben van 4 meter en dan hebben we het over de Japanse reuzenkrab of spinkrab (wetenschappelijke naam Macrocheira kaempferi). Ze hebben dan ook enorme tentakels met sterke scharen. Ze kunnen wel meer dan 100 jaar oud worden en zijn wel 20 kilo zwaar. Omdat ze van die lange dunne poten hebben lijken het net spinnen. Er is echter een verschil, spinnen hebben acht poten en spinkrabben hebben tien poten.
![](https://static.wixstatic.com/media/788ca5_b0b3032b3f8b419281262de04b9ce3a0~mv2.jpg/v1/fill/w_275,h_183,al_c,q_80,enc_auto/788ca5_b0b3032b3f8b419281262de04b9ce3a0~mv2.jpg)
Ze groeien hun hele leven door en omdat ze zo oud kunnen worden kunnen ze heel erg groot in omvang zijn. Omdat ze telkens weer uit hun jasje groeien verliezen ze hun schaal en groeit er weer een grotere schaal terug. Spinkrabben eten vooral algen, zeewier, weekdieren en ongewervelden. Het liefst jagen ze echter helemaal niet. Ook eten ze vaak lichamen van dode zeedieren (aaseters) die ze toevallig op hun pad tegenkomen. Ze leven vaak op een diepte van 200 tot 300 meter langs de kust van Japan, Taiwan en China. Er wordt ook op de Japanse reuzenkrab gevist, maar dit vlees is niet zo smakelijk als andere soorten krabben en daarom eindigen ze soms ook als een souvenir.
In de Noordzee zijn spinkrabben vrij zeldzaam. Ze kunnen niet hard rennen, dus daarom moeten ze zich vermommen. De jonge spinkrabben vermommen hun rug zich met stukken zeewier en de volwassen spinkrabben gebruiken zeepokken, wieren of poliepen om zich te verschuilen. Als de vijand ze toch weet te vinden beschermen de meelifters de krab soms. Ze leven tot op 70 meter diepte en komen voor op allerlei substraten, maar hebben een voorkeur voor een ondergrond met zand en/of stenen.
Vooral sportvissers vissen ook op spinkrab. Omdat de spinkrab de gewoonte heeft om soms samen te scholen, is het dan voor deze vissers een peulenschil om grote aantallen spinkrabben te vangen. Tegen roofdieren als de octopus is deze methode meer effectief. Spinkrabben komen hier ook veel minder voor dan de Noordzeekrab, maar zijn veel fijner van smaak (voor de liefhebber). Spinkrabben lijken met hun vele stekels en lange slanke poten ook totaal niet op Noordzeekrabben.
Spinkrabben worden na ongeveer twee jaar geslachtsrijp en de mannetjes plaatsen dan hun zaadcellen in de buik van het vrouwtje door middel van hun eerste twee poten. Van januari tot en met maart wordt er gepaard en het vrouwtje kan dan wel 1,5 miljoen eitjes leggen met een diameter van minder dan 1 millimeter. Na zo'n 10 dagen komen de eitjes uit en deze larven worden aan hun lot overgelaten. Ze drijven op het water en hebben maar een kleine overlevingskans, maar degenen die het redden mogen over een jaar of twee ook gaan paren om zo hun genen (DNA) door te kunnen geven. Na een paar maanden lijkt hun gedaante pas wat op een krab.