De fiets is een oer-Hollands product en er zijn in Nederland zelfs meer fietsen dan mensen. Maar wanneer is dit populaire milieuvriendelijke vervoersmiddel nu eigenlijk ontstaan?
Begin van de 19e eeuw
Meneer Giacomo Caprotti was een student en bedacht als eerste iets wat wel iets weg had van de fiets. Deze creatie werd op zijn beurt weer verder verbeterd door meneer Sivrac. In het jaar 1817 verbeterde Baron von Drais deze fiets nog verder en dat deed hij zo goed dat het rijwiel in een klap enorm populair werd. Dit rijwiel werd de loopfiets genoemd en was voor de gewone man vrijwel onbetaalbaar. Deze loopfiets had een houten frame, houten wielen en met een ijzeren velg. Het zadel en het stuur stelden nog niet zoveel voor en was nog uiterst primitief. Op het achterwiel zat een soort van rem. In deze tijd bestonden er nog niet trappers dus moest er worden afgezet op de grond. Deze fiets werd de Draisienne genoemd.
In de volksmond werd dit rijwiel ook wel de hobbypaard genoemd. Deze houten loopfiets woog maar liefst 18 kilo. Ondanks dat de voeten bij de grond moest worden gehouden was er toch vrij veel balanceerkunst voor nodig. dit werd nogal irritant gevonden door de berijders, en daarom werden er al snel driewielers en vierwielers van gemaakt. De aandrijving van deze rijwielen was precies hetzelfde als die van een spinnenwiel of van een scharensliep.
1865
In het jaar 1865 werd er voor de eerste keer een fiets gemaakt die op onze huidige fiets leek. De Fransman Pierre Michaux was de maker van deze fiets, en had een ijzeren frame en wielen. De trappers waren bevestigd aan de voorwielen. Kettingaandrijving was er in die tijd nog niet dus was snelheid maken erg moeilijk. Daarom zag je toen ook fietsen met een klein achterwiel en met een groot voorwiel.
Er was zelfs een trend dat de voorwielen steeds groter werden. Deze hoge fiets was echter erg moeilijk om te besturen. De berijder viel er dan ook vaak af als er zich obstakels op de weg bevonden. Deze houten fiets werd voor het eerst gemaakt in het jaar 1870 en werd de Hoge Bi genoemd. Deze fiets kon remmen door achteruit te trappen. Dit was een enorme vooruitgang. Geloof het of niet, maar in die tijd werden er zelfs al wedstrijden gehouden met de Hoge Bi. De topsnelheid van deze fiets lag rond de 40 kilometer per uur.
1868
In het jaar 1868 was het technisch al mogelijk om een fiets te maken met kettingaandrijving. Daarom kwamen er vanaf toen ook trappers aan het frame. Deze techniek werd echter in de beginfase alleen op driewielers toegepast.
1885
John Kemp Starley bouwde in 1885 een fiets genaamd de Rover. Dit was de allereerste tweewieler met kettingaandrijving. Deze fiets had ook een stalen frame en was veel veiliger dan de vorige generaties fietsen. Omdat deze fiets zo veilig was kreeg hij de naam Safety. Het lukte John Dunlop in 1888 om lucht gevulde fietsbanden te produceren al zat er toen nog helemaal geen binnenband in.
Het heden
De fietsen van tegenwoordig zien er wat gestroomlijnder uit dan vroeger maar dat zijn maar details. Het grootste verschil van nu met vroeger is het gebruik van verschillende materialen in (delen van) het frame zoals aluminium, staal, titanium en magnesium en zelfs glas- of koolstofvezel. Met het gebruik van deze stoffen worden de fietsen steeds lichter. Op deze manier worden de prestaties van de fiets al dan niet in wedstrijdverband natuurlijk steeds beter. De komst van de versnellingen heeft het allemaal ook makkelijker gemaakt. Hoe zal de fiets van de toekomst er uitzien?
De enige soort fiets die er sinds vroeger nog bij is gekomen is de ligfiets. Al is dat niet helemaal waar want de elektrische fietsen zijn tegenwoordig ook mateloos populair. We praten nu over een fiets maar er werd een hele lange tijd over rijwielen gesproken. Voordat de fiets of rijwiel ten tonele verscheen werd het werk verricht door paarden, ezels en andere dieren. De fiets veroorzaakte destijds een revolutie want het was de allereerste zelf aangestuurde metalen machine. Mede door het ontwerp van deze fiets kon de motorfiets ontwikkeld worden. En van daaruit werd het toen langzaam maar zeker mogelijk om de automobiele industrie op te zetten.