.png)
Wereldwijd zijn er 115 soorten die thuishoren in de kraaienfamilie. In Nederland komen 6 soorten voor, maar ze worden vaak door elkaar gehaald, zoals bijvoorbeeld kraaien en roeken. Dat komt omdat ze zwart van kleur zijn. In Nederland komen soms ook twee dwaalgasten voor, namelijk de notenkraker en de bonte kraai. Nu volgt een overzicht van de kraaiensoorten die in Nederland voorkomen en we beginnen bij de grootste en eindigen bij de kleinste van het stel.
De Raaf
De raaf (Corvus corax) is de grootste kraaiachtige die in ons land voorkomt en worden 54 tot 67 centimeter groot. Behalve in Nederland komt deze prachtige vogel vrijwel overal voor op het Noordelijk halfrond. Het is geen koloniebroeder en was uitgestorven tot 1976. Deze vogels met een spanwijdte van 115 tot 130 centimeter eet dode dieren en kan zelfs rekenen. Hun broedsel bevat 4 tot 6 eieren. Het is een alleseter, maar hij eet vooral knaagdieren, insecten, jonge vogels maar ook dode dieren. Soms eten ze ook plantendelen zoals bessen.
De Zwarte Kraai
De zwarte kraai (Corvus corone) is hierboven afgebeeld en komt voor in Europa en in Azië en duldt in de broedtijd geen doorgenoten in de buurt. Het is dus geen koloniebroeder. In de winter zoeken ze elkaar juist wel op. Deze kraai heeft een spanwijdte van 84 tot 100 centimeter en legt 3 tot 5 eieren per legsel. Kraaien worden in het vogelrijk gerekend tot de zangvogels. Kraaiachtigen worden gezien als de slimste vogels, want ze kunnen risico's inschatten en zelfs rekenen.
De Roek
De Roek (Corvus frigulegus) is een zangvogel en de nesten zijn beschermd. Ze mogen alleen met een ontheffing worden bestreden. Roeken lijken veel op kraaien, maar zijn snavel is wat puntiger. Ze hebben een spanwijdte van 81 tot 94 centimeter en leggen 3 tot 6 eieren per legsel. Paartjes roepen voortdurend naar elkaar en het zijn dan ook kolonievogels. Een kolonie kan wel uit honderden nesten bestaan. Ze eten op akkers en weilanden vooral zaden en insectenlarven.
De Ekster
Eksters zijn gemakkelijk te herkennen aan hun opvallende zwart-witte verenkleed. Eksters (Pica pica) zijn geen koloniebroeders, maar ze zoeken elkaar 's ochtends wel op. Eksters hebben een spanwijdte van zo'n 50 centimeter. Ze mogen alleen worden bestreden met een ontheffing. Tijdens de broedtijd is hij een brutale nestrover, maar gewoonlijk eet hij zaden en insecten. Tot hun derde levensjaar leven ze in jeugdbendes. Hun nest bevat 4 tot 7 eieren en ze bouwen hun grote overdekte nest meestal in een boom.
De Gaai
De gaai ((Carrulus glandarius) werd vroeger Vlaamse gaai genoemd. Ze hebben een spanwijdte van 54 tot 58 centimeter. Net als de ekster is de gaai in de broedtijd een nestrover. Gewoonlijk eten ze eikels die als wintervoorraad worden begraven. Ze waarschuwen andere dieren bij dreigend gevaar. Door zijn mooie kleuren valt de gaai goed te herkennen en zijn geschreeuw hoor je van ver. Het is geen koloniebroeder en ze leggen 3 tot 6 eieren per legsel.
De Kauw
De kauw (Corvus monedula) broedt in holtes en vormen gedurende hun hele leven een paartje. Ze hebben een spanwijdte van 64 tot 73 centimeter en zijn daarmee het kleinste van het stel. Deze koloniebroeder legt 3 tot 6 eieren per legsel en ze broeden in holtes. Kauwtjes mogen alleen worden bestreden met een ontheffing. Het zijn intelligente vogels. Ze zijn zwart met een leigrijze kop en hebben helderblauwe ogen. Kauwen vliegen met snellere vleugelslagen dan zwarte kraaien.