Wereldwijd zijn er zo'n 40 soorten iepen en het is een zomergroene loofboom. Een iep wordt ook wel olm genoemd. In maart en april staan ze in bloei en de bloemen zijn niet erg opvallend. De minuscule vruchten zijn gevleugelde nootjes. De iepenziekte steekt hier en daar weleens de kop op en hierdoor is de iepenstand behoorlijk achteruit gegaan. In de 20e eeuw heeft meer dan 90% van de iepen dan ook het loodje gelegd. Deze iepenziekte (verwelkingsziekte) wordt veroorzaakt door de schimmel Ophiostoma ulmi. Bij deze iepenziekte raken de waterbanen verstopt. In het voorjaar zullen de scheuten dan verwelken en in een later stadium zullen de takken ook afsterven. De veroorzaker van de iepenziekte is de iepespintkever. De laatste tijd worden er ook veel ziekteresistente cultivars gepland en daarom is deze middelgrote boom gelukkig weer steeds vaker te zien. Vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw kwamen de cultivars langzaam maar zeker opzetten. Tot die tijd werden vaak Hollandse iepen gepland.
De Columella was de eerste iepenkloon met een hoog resistentieniveau. De kleinere cultivars worden ook steeds populairder voor in de tuin. Cultivars worden ook wel hybride-iepen genoemd. Als u vermoedt dat een of meer iepen in uw tuin lijden aan de iepenziekte, laat ze dan meteen rooien omdat deze schimmel razendsnel om zich heen kan slaan! U kunt hiervoor eventueel ook contact opnemen met uw gemeente. Ze worden vaak hoger dan de iepen die speciaal voor in de tuin worden gekweekt. Ze worden maximaal zo'n 40 meter hoog.
De iep kan tijdelijk droge of natte periodes prima doorstaan. De bladeren kunt u herkennen aan het veernervig patroon. Verder hebben de bladeren een gezaagde of dubbel gezaagde rand en hebben nooit meer dan 12 nerven. De schors van een iep is diepgegroefd en heeft een grijsbruine kleur. Vroeger werd de iep vaak gebruikt als laanboom. Gelukkig is de populariteit van deze boom weer toegenomen en je ziet ze weer steeds meer in het klassieke straatbeeld. De iepen van tegenwoordig zijn dan ook goed bestand tegen harde wind, kunnen beschadigingen goed verdragen net als strooizout. Iepen groeien echter het beste op voedselrijke, kalkrijke en vochthoudende grond. Verder houden ze van een zonnige tot halfschaduwrijke standplaats. Iepen zijn niet weg te denken uit het straatbeeld en is een van de meest voorkomende bomen. Maar ook her en der in de wereld zijn er diverse varianten van de iep te vinden. In de herfst worden de bladeren van een iep geel.
Langs vijvers en beken zie je vooral de bekende Pendula. En in de directe omgeving van boerenerven zie je vaak de ruwe iep. Iepen zijn vooral in groepen prachtig om naar te kijken, zoals bij een grote parkachtige tuin. Jonge iepen zijn vooral gevoelig voor droogte en vergeet dus niet om zo nu en dan water te geven. Plant een jonge iep bij voorkeur voordat hij begint uit te lopen. De wortelzone van jonge bomen is nog gevoelig. Dek de wortelzone in de koude periode daarom bij voorkeur af met bladeren en compost. Verwijder bij een pas geplante boom de afgebroken en/of dode takken en smeer deze snijwonden in met wondafdekmiddel.