Wereldwijd komen er ruim 25000 verschillende soorten wormen voor. Een worm wordt beschreven als een wormachtige als het een relatief lang, dun en pootloos lichaam heeft. In Nederland en in België komen zo'n 25 soorten regenwormen voor en de bekendste van het stel is de gewone regenworm of pier en ze hebben een lang rozig week lichaam. Deze ongewervelde dieren komen overal ter wereld voor, behalve op het koude Antarctica. Bij het trillen van de bodem (zoals bij vogels) komen de wormen uit de grond tevoorschijn. Ook als u in uw tuin graaft of spit komen er wel een paar naar boven toe, maar ze komen ook massaal tevoorschijn na een regenbui. Wormen zijn vooral 's nachts actief en ze komen ook naar boven als het nat is om te paren. Als het kouder wordt kruipen ze juist dieper de grond in en komen in een soort van winterslaap (diapauze). Ze hebben natuurlijke vijanden zoals mollen, vogels, egels, dassen, muizen en insecten.
Regenwormen zijn opgedeeld uit allemaal kleine segmenten, vergelijkbaar met een stofzuigerslang. Een volgroeid lijf van een regenworm bevat gemiddeld zo'n 150 segmenten. In deze segmenten zitten kringvormige spieren die bij aanspanning de worm langer en dunner maken. Er lopen ook spieren van kop naar kont die de worm juist kleiner en dikker kunnen maken. Door deze twee soorten spieren aan te spannen en te ontspannen kan een regenworm zich voortbewegen. Hoe makkelijk dat zal gaan hangt natuurlijk wel af van het type ondergrond. Bij een losse bodem zal dat natuurlijk makkelijker gaan dan bijvoorbeeld bij een behoorlijk stugge kleibodem.
![](https://static.wixstatic.com/media/788ca5_172199f1813f4269bfd0180dfec924f6~mv2.jpg/v1/fill/w_511,h_340,al_c,q_80,enc_auto/788ca5_172199f1813f4269bfd0180dfec924f6~mv2.jpg)
In een hectare grond kunnen gemiddeld genomen wel een miljoen regenwormen zitten en per dag maken deze wormen wel 5 kilometer aan kleine tunnelstelsels, want ze graven in de grond op zoek naar voedsel. Wormen zijn onmisbaar als schakel want als compostproducent want ze eten al het dode plantenmateriaal op en hier halen ze hun voedingsstoffen uit. En wat ze niet nodig hebben wordt weer uitgepoept. Deze poep bestaat voor zo'n 70% uit humus. Dit is een organische stof vol gerecyclede materialen die door deze herbewerking weer beschikbaar wordt gemaakt voor planten. Regenwormen zijn dan ook goed voor de grond, want tunnels graven en het opeten van plantaardig materiaal is goed voor de bodem. Ze eten soms ook uitwerpselen van andere dieren. Ondanks dat regenwormen niet kunnen zien of horen zijn ze prima in staat om voedsel te vinden. Ze zijn wel gevoelig voor licht, dus blijven ze zo veel mogelijk in de grond.
Een regenworm is eigenlijk een hermafrodiet en bezit dus zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Maar ondanks dat de worm tweeslachtig is heeft het wel een andere worm nodig om te kunnen paren. De eitjes worden dan buiten het lichaam bevrucht tijdens de vorming van een cocon. Ze kunnen zich het hele jaar voortplanten als het maar niet te warm of te koud is, dus vindt de voortplanting meestal plaats in de lente of tijdens de herfst.