.png)
De citroenvlinder is een van de eerste vlinders die zich laat zien zodra de lente zich aandient en ze vallen ook meteen op met die mooie grote gele vleugels. De mannetjes zijn vaak wat opvallender gekleurd dan vrouwtjes die vaak wat opvallender gekleurd dan vrouwtjes die vaak wat fletser zijn van kleur. Vrouwtjes zijn lichtgroen van kleur. Ze hebben een spanwijdte van 50 tot 60 millimeter en de rups kun je herkennen aan zijn groene kleur met zwarte spikkels en is tot 35 millimeter groot . Citroenvlinders zijn vooral te vinden langs bosranden en struwelen in tuinen en parken. Ze komen voor in Noord-Afrika, West-Europa en in Siberië. Ze vliegen mooi sierlijk door de lucht van februari tot mei en van juli tot oktober. De citroenvlinder wordt ook wel citroentje genoemd en ze hebben geen oogvlekken of andere schrikkleuren. Een citroenvlinder wordt ongeveer een jaar oud en is daarmee de langstlevende vlinder in onze regio.
Tijdens de winter houden ze zich schuil in het struikgewas of dichte graspollen, vlakbij de grond. Ze drinken nectar uit verschillende bloemen, zoals de vlinderstruik, distels en koninginnenkruid. De citroenvlinder overwintert in Nederland, net als de dagpauwoog, de kleine vos en de gehakkelde aurelia. Ze gaan in winterrust zodra het in september of oktober kouder begint te worden. Ze houden dan een soort van winterslaap en komen in de lente weer tevoorschijn. De meeste vlinders in wording houden echter winterslaap in de stadia eitje, rups of pop. Eitjes, rupsen en poppen overwinteren ook in uw tuin. U kunt de natuur ook een handje helpen door pas in het voorjaar uw tuin op te ruimen. Als u de vlinders een warm hart toe draagt, laat in de winter dan de uitgebloeide planten met rust en maai uw gras dan ook niet.
Mensen denken weleens dat vlinders dood zijn als ze in de winter worden gevonden tussen de bladeren, in schuren of in kruipruimtes. Ze zijn dan niet dood maar verstard. Hun lichaamsvloeistof is veranderd in een soort van antivries, zodat de vlinders beter tegen de winterse kou kunnen. Deze verstarring van vlinders wordt ook wel diapauze genoemd. Als ze overwinteren vallen ze door hun bladvormige vleugels amper op.
Vlak voordat vlinders gaan paren zoeken ze massaal waardplanten op. Deze planten dienen als gastheer voor een organisme, in dit geval de rups. De waardplant van de citroenvlinder is sporkehout, ook wel vuilboom genoemd. Dit is een algemene struik. Soms wordt wegedoorn ook door de rupsen gebruikt, maar is veel minder wijd verspreid en komt vrijwel alleen maar in de duinen voor.
Ze paren in het voorjaar en de eitjes worden in april en mei op takken en bladeren gelegd. Het leven van een vlinder begint dus als een eitje, waar een rups uit zal komen. De rups doet niets anders dan eten, eten en nog eens eten. De rups kan groeien door een aantal mailen te vervellen. Als de rups volgroeid is dan zal hij zich verpoppen. Gedurende de tijd dat hij een pop is zal er in de cocon een gedaanteverandering plaatsvinden van rups tot een prachtige (citroen)vlinder. Als dit proces is volbracht dan zal de cocon openbreken en de vlinder tevoorschijn komen. De eerste verse vlinders komen in juni tevoorschijn.
Als u een vuilboom in de tuin heeft, dan kunt u de hele cyclus van dichtbij met eigen ogen bekijken en dat is een prachtig gezicht. Vuilboom is een kleine boom of een forse struik en ook in kleinere tuinen zal hij absoluut niet misstaan.