.png)
De blauwe pauw is een zeer kleurrijke siervogel en hoort thuis in de orde van hoendervogels. Vooral de mannetjespauwen zijn zeer indrukwekkend omdat ze zo'n prachtige staart hebben. De vrouwtjes zijn helaas niet zo mooi uitgedost, maar alles heeft een reden, want de mannetjes kunnen hun mooie staart heel sierlijk als een waaier bewegen (pronkgedrag) in de hoop om zo de vrouwtjes te kunnen imponeren. Ze paren namelijk vaak met meerdere vrouwtjes. De blauwe pauw loopt hier niet in het wild rond. Je ziet ze hier enkel bij kinderboerderijen en in parken, maar de blauwe pauw komt wel in het wild voor in India en Sri Lanka. Hij loopt daar rond in tropisch en gematigd bos en dan vaak in de buurt van water. Ze zijn ooit vanuit Azië door handelsreizigers naar Europa gebracht, want ze deden destijds zaken in het Verre Oosten. In gevangenschap kunnen ze wel 20 tot 30 jaar oud worden en ze worden al zeker 4000 jaar gehouden door mensen. Tegenwoordig worden ze over de hele wereld gehouden en gekweekt, maar helaas worden de blauwe pauw en groene pauw nog weleens gekruist. Naast de blauwe pauw en de groene pauw heb je ook nog de Congopauw.
Pauwen zijn loopvogels en kunnen dus eigenlijk niet vliegen. Ze leven in kleine families en dat houdt in dat de haan 1 tot 5 hennen heeft. Een keer per jaar zijn pauwen in de rui en pauwenveren zijn geliefd bij velen omdat ze zo kleurrijk zijn en omdat er mooie pauwenogen op staan. Een pauw die zijn lange sleep als een waaier kan uitzetten wordt ook wel een pronkepauw genoemd. Zo'n prachtige waaier bestaat uit ongeveer 150 veren. Een blauwe pauw wordt ongeveer 75 centimeter groot, maar inclusief staart zijn ze wel meer dan 2 meter lang. Vooral in de ochtend en 's avonds scharrelen ze rond en eten ze voornamelijk granen, zaden, bessen, vruchten, slakken, wormen, insecten en veel groen. Eigenlijk zijn het dus alleseters. Ook vangen ze weleens een muis of pikken ze een vlieg op. In de nachtelijke uren vliegen ze in bomen (voor zo ver ze kunnen vliegen) om zich daar schuil te kunnen houden. In gevangenschap gaan ze dan op stok en deze moet minimaal 2 meter hoog worden opgehangen. Op deze manier blijft de waaier van de haan van de grond. Omdat pauwen flinke vogels zijn hebben ze ook een groot hok nodig, namelijk bij voorkeur minimaal zo'n 45 vierkante meter.
Hanen zijn na twee jaar geslachtsrijp en krijgen na drie jaar langzaamaan zo'n prachtige sleep. Hennen zijn na twee tot drie jaar geslachtsrijp. Nu de paring (aan het eind van de winter) bouwt de hen een slordig nest op de grond waarin meestal zo'n 5 eieren worden gelegd. Soms wordt er ook wel een nest gebouwd in een boom. Het nest wordt bedekt met gras of dorre bladeren. En na een broedduur van circa 28 dagen zullen de eieren een voor een uitkomen. Jonge hennen bedelen om voedsel bij de hen door tegen haar snavel aan te tikken. Pauwenkuikens hebben geen dons maar echte veren. Hanen zijn pas na 6 jaar helemaal volgroeid en dan kunnen ze hun mooie waaier tonen aan de vrouwtjes.